donderdag 25 augustus 2011

Krakow, Auschwitz, Warschau en de terugreis

Na aangekomen te zijn in het hostel werd ik zeer gastvriendelijk ontvangen. Ik kon gelijk aanschuiven bij het ontbijt en een meisje van het hostel gaf mij een kaart met uitleg wat er allemaal te doen is in Krakow. Er bleek ook nog een gratis rondwandeling te zijn door de oude Joods buurt van Krakow. Deze zou starten om 15.00. Ik had dus nog tijd genoeg om even naar het station te lopen om wat reserveringen te maken voor komende treinen. Na een snelle hap in het centrum was ik om 15.00 bij het verzamelpunt. De groep bestond allemaal uit toeristen, de gidsen waren twee polen die Engels spraken. Onderweg kwamen we langs verschillende filmlocaties van de film Schindler's List, het oude Getto van Krakow en de fabriek van Oscar Schindler. De gids wist alles heel boeiend te vertellen en het was het zeker waard om met deze tocht mee te lopen. 's Avonds heb ik onder het genot van een biertje nog een hele tijd zitten kletsen met mijn Welshe kamergenotes. De planning was om 's morgens Auschwitz te bezoeken en daarna nog naar de zoutmijn van Wieliczka te gaan. Met de boemeltrein bereikte ik rond 10.00 Auschwitz en nam samen met een paar Polen een taxi naar het museum. Hier kwam ik in een groep met een Engelssprekende gids. Allereerst werd Auschwitz I bezocht en daarna stond Auschwitz-Birkenau nog op het programma. Bij de ingang van het kamp stonden de afschrikwekkende woorden Arbeit macht frei.
Verschillende barakken werden bezocht en in iedere barak werd een ander onderwerp behandeld van het kamp en alles wat erbij hoort. Het meest afschuwelijk was de gevangenisbarak, waar verstikkingscellen en stacellen waren. Een stacel was een cel met een oppervlakte van een vierkante meter waar vier mensen ingezet werden. Doordat het zo klein was konden ze niet liggen en dus niet slapen. De volgende dag werden ze wel weer aan het werk gezet en zo stierven de meeste van deze mensen aan uitputting. Verder was er nog een barak compleet geweid aan de bezittingen van de gevangenen. Hier lagen stapels met koffers, schoenen, brillen, pannen en zelfs een hele berg menselijk haar.
Vervolgens werd nog een nagebouwde gaskamer met bijbehorend crematorium bezocht, waarna we met een bus naar Auschwitz-Birkenau gebracht werden. Auschwitz I was een concentratiekamp en Birkenau was het vernietingskamp. Hier stond niet veel meer rechtop, maar een paar barakken waren weer opgebouwd om te laten zien hoe het was. Na hier rond gelopen te hebben, eindigde de rondleiding bij het herdenkingsmonument.
Ik moet zeggen het is een heel apart gevoel om in deze omgeving rond te lopen. Je weet dat hier meer dan een miljoen mensen het leven hebben gelaten, maar wat mij het meest stoorde was hoe sommige andere mensen door zo'n kamp heenlopen. Ze maken foto's van alles, ook van de meest gruwelijke foto's die aan de muren hangen, zelfs op plekken waar een fotografeerverbod is, net alsof ze een dagje naar de dierentuin zijn. Op zo'n manier zullen ook de bewakers en leidinggevenden van het kamp 70 jaar geleden daar rond gelopen hebben. Het bezoek aan Auschwitz duurde langer dan ik van te voren had gedacht, waardoor ik de zoutmijn moest laten schieten. Na een schuddende en krakende rit in een zeer langzame trein bereikte ik Krakow weer.
De volgende dag ging ik op en neer naar Warschau. Aangekomen in Warschau had ik niet veel zin meer om door de stad te gaan lopen. Ten eerste omdat ik na het vele lopen de afgelopen dagen wat blaren begon te krijgen en ten tweede omdat de stad totaal niet aantrekkelijk uitzag. De paar uurtjes die ik in Warschau had heb ik voornamelijk in het plaatselijke winkelcentrum en op twee stations doorgebracht. Ik verbaasde mij erover dat in Polen bijna geen enkele trein een deursluitingssysteem heeft. De meeste deuren moesten door de conducteurs met de hand dicht worden gedaan. Na een ritje van drie uur kwam ik weer aan in het veel mooiere Krakow. Ook deze avond ging ik weer vroeg naar bed, want de volgende dag stond de lange treinreis naar Berlijn alweer op het programma. Mijn trein vertrok om half acht en de rit zou tien uur duren. De snelheid zat er niet in en ik begon het reizen door Polen dan ook echt moe te worden. Gelukkig kwamen we daarna in Duitsland en ging het comfort en het tempo omhoog.
Aangkomen in Berlijn heb ik wat gegeten en wat te lezen gehaald. Het begon langzaam donker te worden en ik moest nog even wachten op mijn nachttrein naar Malmö. Door wat te lezen ging de tijd redelijk snel en voordat ik het wist zat ik al in de nachttrein naar Malmö. Ik lag in een coupé met twee Zweedse meiden en een Zweden wonende Nigeriaan. Deze trein rijdt in Sassnitz een veerboot op en komt dan aan in Trelleborg. Voordat we de boot op gingen werden we nog gecontroleerde door de Duitse autoriteiten. De Nigeriaan beschikte echter niet over de juiste papieren. Volgens hem was zijn paspoort gestolen en daarom had hij alleen maar kopieën van van alles en nog wat bij zich. Hij werd uit de trein gehaald en wij gingen zonder hem de boot op naar Zweden. Aangekomen in Malmö heb ik eerst genoten van een lekkere kop cappuccino met een broodje.
Daarna heb ik een trein genomen naar het Zweedse Ystad. Hier is de Zweedse politieserie Wallander opgenomen en aangezien ik hier vaker naar gekeken heb leek dit me wel leuk om eens te zien. Het stationsgebouw van Ystad doet in de serie dienst als politiebureau.
Wie de serie wel eens gezien heeft zal het gebouw wel herkennen. Na nog een korte rondwandeling door Ystad ben ik weer terug gegaan naar Malmö. Daar heb ik weer een trein genomen richting Kopenhagen, maar ik ben blijven zitten tot Helsingör. Ook hier heb ik even door de stad gelopen, daarna ben ik terug gegaan naar Kopenhagen. Hier heb ik ook nog even wat gegeten en daarna ben ik gaan wachten op de nachttrein naar Nederland. Ik kwam in een coupé met een Nederlands stel en hun twee kleine kinderen. Zw waren een maand gaan fietsen in Noorwegen en gingen nu weer terug naar Nederland.
Wegens werkzaamheden reed de trein een aantal weken via grensovergang Venlo. Voor mij was dit natuurlijk gunstiger, maar Venlo was geen officiële stop. De trein kwam in Venlo wel aan het perron en ik maakte de deur gewoon open en vertrok met mijn bagage, dit scheelde mij weer een uur reizen, want anders had ik via Eindhoven moeten gaan. Ik pakte de trein naar Roermond en ging naar mijn moeder. Na even wat verteld te hebben, heb ik de bus naar Buggenum gepakt en was ik weer thuis.

Het was een lange reis met vele hoogtepunten, maar sommige dingen zal ik de volgende keer anders doen. Ik had veel te veel steden ingepland om te bezoeken. Het werkt gewoonweg niet om op een dag door een stad heen te jagen, zekere als je vermoeid aankomt na een rit met de trein. Ik raad iedereen aan om ook een keer zoiets te doen, want het is leuk, je ontmoet heel veel leuke mensen en je leert er ontzettend veel van.

Zagreb en Ljubljana

Ik kom 's morgens op het station in Sarajevo en wil naar het perron lopen. Ik wordt aangesproken door een Bosnische vrouw die mij iets duidelijk probeert te maken. Een Engelssprekend iemand zegt dat er geen treinen rijden vanwege een staking. Dan maar naar de informatiebalie bij de loketten. Hier zie ik al meer backpackers en de man van de informatiebalie spreekt geen Engels, maar heeft wel een briefje geschreven in het Engels. Hier staat op dat er gestaakt wordt en dat er bussen ingezet worden. Ik ben maar voor het station gaan zitten op de trappen met de andere backpackers. Hier kwam ik al snel in gesprek met de andere Nederlandse meisjes die ook bij de tunnel waren. De informatievoorziening was naar goed gebruik zeer slecht, maar ondertussen werden we al gefilmd en gefotografeerd door de pers. Gelukkig kwam er een bus die mij tot Doboj zou brengen, vanaf hier zouden weer treinen rijden. Het instappen ging nogal hectisch mede door de gebrekkige informatievoorziening. Niemand wist of hij in de juiste bus zat, maar de bus kwam na een paar uur rijden aan in Doboj waar nog een uurtje gewacht moest worden op de trein naar Zagreb.

In de trein kwam ik in de coupé bij een andere Nederlander en een in Zwitserland wonende Italiaan. Met hen heb ik de boemelende rit tot Zagreb weten te doorstaan. Een van de twistpunten was of een medereiziger die ook in de trein zat nu een man of een vrouw was, we wisten het alledrie niet. Toen we de grens gepasseerd waren naar Kroatië ging de trein gelukkig wat sneller rijden en waren we al gauw in Zagreb. Het was al laat dus ik heb maar een taxi gepakt naar mijn hostel. Hier aangekomen was ik zo moe dat ik door het onduidelijke personeel in het bed van iemand anders was gaan liggen. Midden in de nacht werd ik door twee kamergenoten wakker gemaakt en ben ik in mijn eigen bed gaan liggen.
's Morgens ben ik gelijk de stad ingelopen, maar je merkte direct dat het hier een stuk West-Europeser is dan in de landen waar ik vanaf kwam. Na een dag rondlopen en het bezoeken van het Technisch Museum ben ik weer terug gegaan naar het hostel. Hier was ik samen met een jongen die op zijn smartphone aan het internetten was. Ik was zelf op mijn laptop bezig en ben op tijd weer gaan slapen. 's Morgensvroeg ben ik in een halfuur naar het station gelopen en heb ik wat proviand gehaald voor het reisje naar Ljubljana. Aangekomen in Ljubljana wisselde ik mijn overgebleven Kroatische Kuna's en mijn kamergenoot van gisteren stond achter mij. We kwamen in gesprek en kwamen erachter dat we de komende nacht weer in het zelfde hostel zaten. Ik moest eerst nog een reservering maken voor een nachttrein vanuit Budapest. Helaas was deze vol en moest ik een andere route nemen. Dit werd met een dagtrein naar Wenen en daar de nachttrein naar Krakow.
Ik ben toen naar het hostel gelopen en al gauw kwam ik de Engelsman van Zagreb al tegen. We zijn toen samen naar een kasteel op een heuvel gelopen. Hier zat een museum en een uitkijktoren waar je heel Ljubljana kon overzien. Ondertussen kwam ik de Nederlander weer tegen waar ik mee in de trein had gezeten van Doboj tot Zagreb, niet te geloven. Hierna zijn we wat gaan eten en daarna zijn we bij een bar beland waar we bijna alle soorten bier getest hebben wat op de kaart stonden.
We gingen weer terug naar het hostel en daar ontmoetten we een Zwitser en een Spaanse die ons vroegen of we meegingen naar de stad. Zij moesten nog wat eten en wij hebben daar alleen maar een dessert gegeten, omdat we al gegeten hadden. In Ljubljana bleek een festival te zijn, maar toen wij het gevonden hadden was het net afgelopen. We hebben hier wel nog wat gedronken en de Zwitser wist mij gin-tonic aan te smeren. We zijn toen terug gelopen en net voor ons hostel vonden we een disco die bovenop een flat lag. Op de straat kon je met een lift omhoog en dan kwam je aan op een dakterras. Ook hier heb ik een leuke en gezellige avond gehad al had ik 's morgens wel nog wat last van al die gin-tonic. De volgende dag heb ik nog wat door de stad gelopen en een hapje gegeten alvorens de trein naar Wenen te nemen. Na een zeer comfortabele reis in een Oostenrijks rijtuig, kwam ik rond 22.00 aan in Wenen, waar ik aansluiting had op de nachttrein naar Krakow. Het Poolse rijtuig was echter niet zo gemaakt op mijn lengte, waardoor ik niet zo comfortabel kan slapen. De trein zou rond 7.00 in Krakow aan moeten komen, dus ik had me al aangekleed. Ik hoorde toen dat we 's nachts een zelfmoord voor onze trein gehad hadden en dat we daardoor 2 uur vertraging hadden. Ik ben nog maar even gaan slapen en al gauw waren we in Krakow. Na even gezocht te hebben naar mijn hostel, wist ik het te vinden.

Kort bezoekje Mostar en vervolgens Sarajevo

Op het busstation in Kotor had ik gevraagd om een kaartje naar Mostar in Bosnië-Hercegovina. De vrouw was nogal onduidelijk en gaf mij een kaartje tot Dubrovnik en zei dat dezelfde bus door zou rijden naar Mostar. De bus kwam uiteindelijk aanrijden met een paar minuten vertraging, maar de chauffeur vond het toch nog nodig om drie sigaretten te roken. Bovendien was hij nog aan het wachten op stickers voor op de bagage, maar voor de wachtende mensen was het allemaal een rare situatie. Gelukkig gingen we na drie kwartier rijden en ik was al snel in slaap gesukkeld. Bij de Kroatische grens werd er natuurlijk weer goed gecontroleerd en al snel bereikten we Dubrovnik. Nu was het weer onduidelijk of ik in deze bus kon blijven zitten en of ik een kaartje nodig had tot Mostar. Met hulp van een Australiër met zijn roots in Bosnië lukte het om informatie te krijgen van de chauffeur. Ik moest nog een kaartje kopen en we gingen met een andere bus verder. Na gauw een kaartje gekocht te hebben vertrok de bus. We gingen in totaal drie keer de grens over, omdat er nog een klein Bosnisch stukje aan de kust zit net ten noorden van Dubrovnik. Aangekomen in Bosnië moest ik nog een keer overstappen op een andere bus om in Mostar te komen, dus de informatie in Kotor klopte voor geen meter. Uiteindelijk kwam ik in Mostar aan en heb ik het hostel gebeld, want ze boden een ophaalservice aan. Na even gewacht te hebben, kwam er een oude gare Ford Escort aanrijden met een hele aardige vrouw. Na een kort ritje kwamen we bij het hostel en ben ik na een vermoeiende dag gaan slapen. Midden in de nacht kwamen mijn kamergenoten nog binnen in de veronderstelling dat er niemand in het derde bed lag. Ze waren een beetje luid, waardoor ik even wakker werd. Verder snurkten ze allebei behoorlijk, ik moest mijn kussen op mijn hoofd leggen om het niet te horen. 's Morgens vroeg ben ik naar het station gelopen, maar ik ben eerst wel nog even naar de Stari Most gelopen, want dit moet je gezien hebben in Mostar.
Helaas kon ik niet langer blijven in Mostar, want er was genoeg te zien. Na een treinritje van ongeveer 2,5 uur kwam ik aan in Sarajevo. Voor het station pakte ik de tram naar het hostel en daar aangekomen heb ik allereerst mijn vuile was afgegeven. Deze werd mij 's avonds weer gewassen, gedroogd en gestreken aangeleverd door de vrouw van het hostel. Ik was twee uurtjes in het hostel en toen kwam er een nog een nieuwe kamergenoot. Ik sprak met haar en zei dat ik gisteren in Mostar had geslapen. Waar vroeg zij, ik zei in hostel Nina. Dan was jij zeker die gene in het derde bed op de kamer in het hostel zei zij. Zij was dus degene die mij wakker gemaakt had de vorige nacht en nu zaten we weer voor twee nachten in hetzelfde hostel. De rest van de middag ben ik door de stad gelopen, van te voren had ik een heel andere stad verwacht. Ik dacht alleen maar beton en grijs met kogelgoten tegen te komen. De kogelgaten waren nog overal te herkennen, maar de stad was een moderne stad aan het worden met moslims, Bosniërs en Serviërs vreedzaam naast elkaar. Na lekker gegeten te hebben ben ik weer naar het hostel gegaan en ben vroeg naar bed gegaan. De volgende dag kwam ik in contact met mijn Australische kamergenote van Mostar, een Engelsman en een Nederlander. Na eerst een heerlijke burek als ontbijt gehad te hebben, zijn we met de tram richting het Bosnisch museum gegaan. Dit museum was nogal vervallen en de tekenen van de oorlog waren nog duidelijk zichtbaar, maar de kleine expositie was zeer indrukwekkend en gaf een goed beeld hoe de mensen tijdens de oorlogsjaren geleefd hebben in Sarajevo. Toen we weer buitenkwamen werden we aangesproken door een Bosniër die ons voor €5 naar het tunnelmuseum zou brengen. We besloten om met hem mee te gaan en hij vertelde dat hij opdezelfde weg als dat wij nu reden, in de oorlog door een sniper beschoten was en liet zelfs zijn litteken zien. Dat doet dan toch wat met je als je zo'n dingen ziet en hoort. Aangekomen in het kleine museumpje dat langs en in een woonhuis lag, kregen we eerst een film te zien. Omdat Sarajevo compleet omsingeld was, hebben mensen een tunnel gegraven onder het vliegveld om de stad te kunnen bevoorraden. In dit kleine museumpje liepen nog meer Nederlanders rond, twee verschillende koppels van meiden. Na nog een foto van ons gezelschap gemaakt te laten hebben voor het museumpje door onze chauffeur zijn we weer naar de stad terug gebracht.
Nadat twee van ons groepje nog wat moesten regelen op het bus en treinstation, zijn we weer met de tram naar het oude centrum van Sarajevo gegaan. Na bij een kroeg niet ver van ons hostel een paar biertjes gedronken te hebben, kwamen er een stel Zwitsers naast ons zitten. Na hier even mee gepraat te hebben zijn we naar het beste Cevapci restaurant gegaan. Na hier voor een habbekrats de buik helemaal vol gegeten te hebben, namen we eerst afscheid van de andere Nederlander, die met de nachttrein naar Zagreb ging. Met zijn drieën zijn we naar een bar gelopen waar de Australische de avond ervoor ook al was geweest. Na nog een paar biertjes en raki begon ik bij de dj wat muziek aan te vragen. Het meeste wat ik vroeg had hij niet maar een nummer wel, namelijk Fairytale of New York van The Pogues. Ik en mijn Engelse kameraad vonden dit een mooi nummer, ondanks dat het eigenlijk een kerstnummer is. De dj draaide het en wij stonden op straat te dansen en te zingen. De nuchtere Bosniërs keken ons aan en dachten wat een stel gekken. Na een tijdje zaten in een keer de Zwitsers weer naast ons die we bij die andere kroeg hadden ontmoet. In een keer zaten er ook twee Nederlandse meiden, die we 's morgens al bij de tunnel hadden gezien. Met deze mensen hebben we hier toen een tijd gezeten en gepraat. Vervolgens gingen de Zwitsers weg en hebben we met z'n allen nog staan dansen binnen in de bar. Na een leuke avond ben ik met de Australisch teruggelopen naar het hostel. 's Morgens moest ik alweer de trein hebben naar Zagreb, dus ik moest wat bijkomen van de leuke avond. Ik ben gelijk in bed gekropen en viel als een blok in slaap.

woensdag 24 augustus 2011

Kotor en Montenegro

Na een korte wandeling vanaf het busstation bereikte ik de stadspoort van het historische stadje Kotor. Na even zoeken in de kleine straatjes wist ik mijn hostel te vinden en checkte in bij een nogal norse Montenegrijnse receptiemedewerkster. Ik stopte mijn spullen in het kluisje op de kamer en ging het stadje verkennen. Ik kwam al snel uit bij een pad dat achter het stadje langs de berg omhoog ging. Met goed moed vertrok ik beneden, maar door de hitte begon ik flink te zweten en werd het toch behoorlijk zwaar. Bij een kerkje halverwege vond ik de reddende engel, een jongen met een koelbox vol met water en frisdrank. Na hier wat gedronken te hebben ben ik verder omhoog gegaan, maar de top was in deze hitte een stap te ver voor mij. Het uitzicht over het stadje en de baai was vanaf hier goed genoeg.
Vervolgens ben ik naar beneden gelopen en ben weer op krachten gekomen met een Montenegrijns biertje en een pizza. Na weer terug gelopen te zijn naar het hostel, heb ik me opgegeven voor een tour door Montenegro die georganiseerd werd door het hostel. Even later kwam ik in contact met een Amerikaan die hier ook zat en hij was ook geïnteresseerd in deze tour. Hij had nog niet gegeten en ik had ook nog een beetje honger, dus ben ik maar met hem ergens wat gaan eten. Het bleek een echte Amerikaan te zijn, want hij bestelde niet een ding, maar drie verschillende gerechten. Hij had zijn eten ook nog eens eerder op dan het kleine gerechtje wat ik had besteld. Onder het genot van een pilsje hebben daarna nog de hele avond gepraat over composietmaterialen. Bij terugkomst in het hostel bleek dat de Montenegro tour moest bestaan uit vier of acht personen. Ik was nummer vier en de Amerikaan was nummer vijf, hij viel dus buiten de boot.

Voor de tour moest vroeg opgestaan worden en bij de receptie ontmoette ik mijn reisgenoten, drie Zwitsers. Aangezien er geen auto's binnen de stadsmuren konden komen, liepen we buiten de poort om op onze gids te wachten. De auto was een Mercedes E-klasse uit midden jaren negentig, echt zo'n soort taxi. We vertrokken in Kotor en reden via haarspeldbochten al snel omhoog waar we een schitterend uitzicht kregen. We begonnen allemaal wat honger te krijgen en gelukkig was dit al voorzien, want we gingen eerst aan bij een lokaal restaurantje om te ontbijten. Allemaal zelfgemaakt, heerlijke kaas, brood en ham. Dit was nogeens een ontbijt, zo wil ik ze iedere dag wel hebben. We reden weer verder en gingen het nationaal park Lovcen in. Hier reden we nog meer de hoogte in en het uitzicht werd nog beter.
Uiteindelijk kwamen we bij een trap die naar het mausoleum van een oude Montenegrijnse prins-bischop leidde. De trap van 500 treden werd bedwongen en op de top van de berg lag het mausoleum. Na dit bekeken te hebben liepen we verder naar een uitkijkplaats. Bij helder weer kon je volgens de gids zelfs Italië zien, maar helaas waren er een paar wolkjes. De 500 treden werden weer omlaaggelopen en we zijn toen naar Cetinje gereden, de oude hoofdstad van Montenegro. Volgens de gids was dit een fantastische plaats, volgens mij was dit puur chauvinisme, want hij kwam zelf uit Cetinje. Ik vond het er nu niet echt bijzonder. De volgende stop was een mooi uitzicht over een uitloper van het meer van Skadar. Om deze plek te bereiken reden we via een zeer smal paadje via haarspeldbochten omlaag. Gelukkig kregen we geen tegenligger, want dan hadden we toch een probleempje gehad. Het uitzicht was on-Europeaans en zeer mooi.

 Nu stond het klooster van Ostrog op het programma, om dit te bereiken moesten we ongeveer een uur rijden. Op de wat drukkere wegen kon ik het rijgedrag van onze gids ook eens goed bekijken. Laten we het er maar op houden dat in Nederland een artikel 5 van de wegenverkeerswet van toepassing was.
Aan de voet van de berg waar het klooster lag, was een restaurantje waar we alvast de menukaart meegenomen hadden. De weg naar het klooster was een smal en slechtonderhouden weggetje, maar er reden wel veel auto's en busjes over van mensen die het klooster wilden bezoeken. Aangezien wij allemaal niet gepast gekleed waren, we hadden allemaal een korte broek aan, zouden we het klooster niet inmogen. Er stond bovendien een lange rij waar niemand van ons op wilde wachten. We hebben toen alles bezocht wat wel mocht en toen zijn we het weggetje naar beneden weer afgereden. Ondertussen had onze gids de bestelling doorgegeven en konden we zowat gelijk aanschuiven bij het restaurantje. ik had een heerlijke salade en als hoofdgerecht kalfsvlees met lekkere aardappeltjes. Typisch Montenegrijns eten volgens de gids. Hierna reden we naar het meer van Skadar waar we nog een klein museum bezochten in een restaurant. Onze gids was helemaal in zijn element tussen alle oude rommel uit het oude Montenegro.
Het laatste wat op het programma stond was het eiland Sint Stefan aan de kust. Dit hele eilandje is een hotel en ik denk dat het niet zo goedkoop zal zijn om hier een kamer te boeken.
Hierna reden we terug naar Kotor en heb ik 's avonds nog kunnen kijken naar het zomercarnaval. Het had een beetje weg van Rio, maar het was wat kleinschaliger en iets minder bloot. Evengoed was het leuk om ook eens carnaval in de zomer gezien te hebben.
De volgende dag ben ik nog even door het stadje gelopen en heb daarna nog een lekkere pastaschotel bij een Italiaan gegeten. Vervolgens heb ik mijn bagage opgehaald bij het hostel en ben ik na eerst nog wat eten drinken voor de busreis gekocht te hebben, naar het busstation gelopen.

maandag 22 augustus 2011

De nachttrein naar Belgrado en daarna door naar Montenegro

Nadat ik op het station aangekomen was, kwam de nachttrein al ruim voor vertrektijd aan het perron. Ik was de eerste die het rijtuig naar Belgrado betrad en het viel mij meteen op dat de couchettes wat krapper waren dan de enige andere couchettes (Zweedse) waar ik mij gereisd had. Al gauw kwamen twee andere coupégenoten en dit bleken ook nog eens Nederlanders te zijn, vader en dochter waren samen op interrail. Daarna kwam een Fransman en als laatste een Ier samen met een Francaise. Het kleine coupeetje zat nu helemaal vol mensen en bagage. Na vertrek haalde de Ier een aantal blikken bier tevoorschijn, die hij na lang zoeken toch nog ergens had weten te kopen in Istanbul. Om de lange treinrit goed in te wijden, werden de blikken bier gedeeld met alle coupégenoten. Na nog wat gepraat te hebben met elkaar werden de bedden klaargemaakt voor de nacht. Zelf heb ik altijd redelijk wat moeite om in slaap te vallen en in een trein wordt het er niet makkelijker op, maar na een tijdje was ik toch vertrokken. Ik lag net lekker te slapen en toen werden we alweer de trein uit gejaagd voor de Turkse paspoortcontrole. De stop duurde iets van twee uur alleen voor een klein stempeltje in je paspoort. Vervolgens werd ons paspoort nog vier keer gecontroleerd door nog een keer de Turkse politie en daarna door de Bulgaarse.

Uiteindelijk konden we dan toch weer gaan slapen en werden we 's morgens wakker in het armzalig uitziende Bulgaarse landschap. Overal lag afval langs het spoor en alles zag er grijs en communistisch uit. De Nederlander was op zijn tijdschema aan het kijken en kwam tot de conclusie dat we een vertraging hadden van ongeveer twee uur, die belachelijk lange grenscontroles ook! De betreffende trein van ons bestond uit rijtuigen met allemaal een verschillende bestemming en voor ons was het cruciaal om op tijd in Sofia te zijn om de aansluitende trein naar Belgrado te halen. Op internet dacht ik gelezen te hebben dat deze aansluiting gegarandeerd is en dat de trein altijd wacht in Sofia. Aangekomen in Sofia stond er een nors kijkende Bulgaar op het perron die in zeer slecht Engels ons probeerde mede te delen dat dit rijtuig zeven uur bleef wachten in Sofia om aan de volgende trein naar Belgrado gehangen te worden. De informatievoorziening was zeer onduidelijk, maar de Turkse nachttrein begeleider zei dat het water van het rijtuig bijgevuld moest worden. Ondertussen waren er al een aantal mensen uitgestapt om hun eet en drinkvoorraden bij te vullen. Al snel kwam er een rangeerlokje voor de trein en iedereen stapte weer in, behalve een iemand, de Ier uit mijn coupé. De trein begon langzaam te rijden en een stel Engelsen in de coupé naast ons begon te roepen op de Ier. Uiteindelijk kwam hij op de trap naar boven, maar toen was de trein al te ver weg. De Engelsen probeerden hem nog aan te sporen met de in deze trein legendarisch geworden woorden: Run Irisch boy run.
Het mocht niet baten, want op teenslippers kun je nu eenmaal niet onder de tien seconden rennen op de 100 meter.
Na de watertanks bijgevuld te hebben in een of andere gore loods, werd het rijtuig weer langs het perron geplaatst. Er werd ons medegedeeld door de Turkse begeleider dat we om 18.00 weer terug moesten zijn, zodat we niemand meer zouden achterlaten. Allereerst moest de interne mens versterkt worden en daar had ik ten eerste Bulgaars geld voor nodig. Na even naar een wisselkantoortje gegaan te zijn, kon ik wat broodjes kopen, die niet allemaal even lekker waren. Daarna werd de supermarkt op het station aangedaan en werd er alvast wat bier en eten gehaald om de rest van de dag door te komen.
De Engelsen begonnen uit verveling wat te voetballen op het perron, ookal kwam de bal dan een paar keer op het spoor, daar gaf niemand wat om. Mijn flessen bier waren wat sneller leeg dan ik had gedacht, dus om 17.45 ben ik met de Ier nog even gauw nieuw bier gaan halen bij de supermarkt.
Iedereen dacht nu gaan we vertrekken, maar de Turkse begeleider wilde gewoon dat iedereen op tijd aanwezig was. Ik heb toen buiten de trein op het perron nog leuke gesprekken gehad met een Duitser, een Zwitser, een Japanner en natuurlijk mijn coupégenoten.
Op de bovenstaande foto het Turkse slaaprijtuig op het troosteloze en naar communisme snakkende station van Sofia.
Uiteindelijk werd ons rijtuig dan achter een trein naar Belgrado gehangen en toen we begonnen te rijden was iedereen euforisch. Gelukkig hadden we nog genoeg bier en de Ier bleek zelfs nog een fles Ierse Whiskey achter de hand te hebben. Deze werd verdeeld over een groot gedeelte van de trein en er werd op vanalles geproost. Na wederom een flinke grenscontrole waren we in Servië en het werd weer langzaam tijd om de coupé om te bouwen in de nachtopstelling. Mede door het nodige alcoholgebruik sliep ik snel en werd 's morgens pas wakker toen we al bijna in Belgrado waren. Ik pakte al mijn spullen bij elkaar en nadat we aan het perron kwamen nam ik afscheid van mijn coupégenoten.
Mijn plan was nu om zo snel mogelijk een reservering te maken voor de nachttrein van diezelfde avond naar Bar. Helaas was deze en de andere nachttrein helemaal volgeboekt, dus moest ik even improviseren. Ik besloot dan maar de dagtrein naar Bar te nemen en maakte een reservering hiervoor. Ik had nog een paar uurtjes over in Belgrado en op een terrasje op het station vond ik de twee Nederlandse coupégenoten. Na nog een kopje koffie gedronken te hebben, ben ik met hen even de stad ingelopen en hebben we nog een kop koffie gedronken bij een wat chiquer hotel. Het grote voordeel van dit hotel was dat er een fatsoenlijke wc in zat die een stuk beter was dan het gat in de vloer van de nachttrein. Na nog een tijdje leuk gesproken te hebben met deze fijne mensen zijn we weer naar het station terug gelopen. Hier scheidden onze wegen zich, want ik pakte de dagtrein naar Bar en zij gingen richting Ljubljana.

Ik had al snel in de gaten dat dit een drukke trein zou worden, maar gelukkig had ik nog een reservering gemaakt. Ik kwam in een coupé met vijf Servische jongeren die een strandvakantie gingen houden in Budva aan de Montenegrrijnse kust. Zij waren af en toe nogal druk en luidruchtig, maar ze kregen wel respect voor mij. Ze waren nogal geïnteresseerd in waarom ik alleen reisde en waarom ik als West-Europeaan naar dit soort landen reisde.

De treinrit ging niet snel en aan de grens werden we weer voor een uur aan de kant gezet voor de grenscontroles. Aangezien ik geen hostel gereserveerd had moest ik terplekke nog zoeken naar iets en het begon toch al aardig donker te worden. De trein had al om 20.00 in Bar moeten zijn, maar we waren nog niet eens in Podgorica. Ik besloot toen om dan maar in Podgorica uit te stappen. Het was inmiddels al 22.30 en ik ben toen naar het eerste de beste hotel gelopen wat ik zag. Ik was doodop na twee dagen en nachten in een trein doorgebracht te hebben. Na een goede nachtrust en een stefig ontbijt heb ik vervolgens de bus genomen naar Kotor waar ik voor twee nachten een hostel had geboekt. Het was een zeer mooie rit met als hoogtepunt het moment waarop je vanuit de bergen in een keer aan de kust komt. Je hebt hier een fantastisch uitzicht over de kustplaatsjes en de zee.

Na nog een halfuur in de bus bereikte ik mijn bestemming Kotor.

zondag 21 augustus 2011

Istanbul

Na een toch wel redelijke nacht op een zitplaats in de nachttrein, kwam ik 's morgens aan in Istanbul. In de trein had ik twee Slovenen leren kennen, die naar Iran geweest waren. Samen met hen ben ik naar de veerhaven gelopen om de Bosporus over te steken. Vanaf het water heb je een zeer mooi overzicht van het oude Istanbul op het Europese gedeelte van Turkije.
Na aangekomen te zijn aan de andere kant, heb ik eerst een reservering gemaakt voor de nachttrein naar Belgrado voor de volgende dag. Gelukkig was dit wel mogelijk en kon ik met een gerust hart naar mijn hostel lopen. Na even wat gegeten te hebben en mijn bagage gedumpt te hebben in het hostel ben ik naar het Topkapi paleis gelopen. Na zeer aandachtig door de oude gebouwen gelopen te hebben en de afwerking van de gebouwen te hebben bewonderd, ben ik weer terug gelopen naar het hostel en heb even een powernap genomen. Vervolgens ben ik naar de blauwe moskee gegaan en ben deze binnengegaan, na eerst mijn schoenen in een plastic tasje gedaan te hebben en mijn blote benen te bedekken met een doek. Het zag er allemaal erg mooi uit, zowel van binnen als van buiten.
Na de moskee ben ik naar de Bosporus gelopen en heb een paar kilometer langs het water gelopen, waarna ik via een mooi park weer terug gelopen ben richting het hostel. Ook deze dag moest er natuurlijk gegeten worden, dit heb ik wederom gedaan bij een Turks restaurantje. Al stond er bier op de kaart, mij werd medegedeeld dat ze geen bier hadden. Voor een Nederlander klinkt dit natuurlijk heel raar, maar het zal wel met de ramadan te maken hebben gehad.
Vervolgens ben ik terug gelopen naar het hostel en heb de avond doorgebracht samen met mijn kamergenoten in een leuk barretje wat zich op de bovenste etage van het hostel bevond. Hier hadden ze overigens wel bier en heb ik mij geamuseerd met de vijf anderen: drie engelsen, die met de auto voor liefdadigheid naar Mongolië reden en twee Amerikaanse meiden die Istanbul en andere plaatsen in Turkije aan het bezoeken waren. Vanaf de bar had je een zeer mooie uitkijk op de Ayasofia, dus hier heb ik dan ook een foto van gemaakt.

Na een lange avond werden we door de barman vriendelijk verzocht om naar onze kamer te gaan. Dit deden we dan ook en na een goede nachtrust ben ik 's morgens naar de Grand Bazaar geweest. Dit is een soort van overdekt 'winkelcentrum' waar alles te koop is. De winkeltjes zijn gesorteerd op wat ze verkopen, dus je hebt een leren jassen gebied, een tapijten gebied en noem maar op. Daarna ben ik de normale winkelstraatjes ingelopen en ook hier was alles gesorteerd op verkoopwaar. Op een gegeven moment zat ik in het lingerigedeelte met tientallen lingerie winkels om mij heen.
Als echte toerist moest ik natuurlijk ook nog naar de Ayasofia, dit was van binnen super mooi met oude kunstwerken die jarenlang achter het pleister hadden gezeten. Opvallend was ook hoe groot dit gebouw van binnen is en hoe knap het is dat ze dit soort bouwwerken zo lang geleden hebben weten te bouwen.
Na wat gegeten te hebben ben ik langzaam aan naar het station gelopen voor de nachttrein naar Belgrado.

De start van de reis

Ik zat al langer te denken om een treinreis te maken door het Zuidoosten van Europa. Na wat puzzelwerk had ik dan besloten om in Ankara in Turkije te starten en dan via de Balkan en Polen terug naar Nederland te gaan.
Op 31 juli startte mijn reis met een vlucht van Keulen/Bonn Flughafen naar Ankara. Naar het vliegveld ben ik met de trein gereisd, waarna ik ruim op tijd heb ingecheckt en in de wachtruimte zag dat ik een van de twee niet Turken was die naar Ankara vlogen. De vluchttijden waren een beetje ongunstig voor mij, want de aankomst in Ankara was om 2.30. Bij gebrek aan een of andere slaapaccomodatie, heb ik maar besloten om op het vliegveld te slapen tot het morgen was. Met mijn rugzak, met alle belangrijke en waardevolle spullen erin, als kussen en mijn hand op mijn koffer heb ik geprobeerd om zo goed als het ging, wat te slapen op het vliegveld. Ik heb geloof ik wel wat geslapen maar echt veilig voel je je toch niet.
's Morgens vroeg dan maar een bus genomen richting het station van Ankara. Deze rit was heel iets anders dan met de netjes rijdende chauffeurs van Veolia. Met 100 kmh een berg afrijden en auto's inhalen op de meest onlogische plaatsen. Na 20 minuten was ik blij dat ik uit deze bus was en ben naar het station gelopen.

Op het station wilde ik een reservering maken voor een slaaptrein naar Istanbul op dezelfde avond. De communicatie verliep door taalproblemen niet geheel vlekkeloos, maar het kwam erop neer dat de bewuste trein vol was. Gelukkig reden er meer nachttreinen, maar ik moest in plaats van een bed de nacht op een zitplaats doorbrengen.
Na mijn bagage in een kluis op het station gedumpt te hebben, ben ik het tegenoverliggende park ingelopen. Ik had behoorlijk wat dorst gekregen en bij de een van de vele barretjes kocht ik wat te drinken. Toen viel mijn oog op een overdekte plaats waar wat rieten stoelen stonden. Aangezien ik niet zo veel nachtrust had gehad, had ik wel zin om even in een comfortabele stoel te zitten en wat te slapen. Na weer wat fitter geworden te zijn, kwam ik in gesprek met een wat oudere man die redelijk Engels sprak. Ik vroeg hem welke musea ik het beste kon bezoeken. Hij zei echter dat op zondagen alle musea dicht zijn in Ankara, dat was dus balen voor mij, want de omgeving rond het park nodigde ook niet echt uit voor een stadswandeling. Bovendien begon het kwik behoorlijk te stijgen en na vertrokken te zijn in Nederland met temperaturen van onder de 20 graden, is het een heel verschil om ineens 35+ om je oren te krijgen. Ik heb me dus de hele dag koest gehouden in de schaduw van de bomen in het park.
Na nog een paar uurtjes met drie jonge Turken in het park gezeten te hebben, die geen van alle Engels spraken, maar wel eten en drinken met mij deelden, ben ik weer terug gegaan naar het station. Bij het plaatselijke restaurant op het station heb ik toen voor het eerst op mijn reis de lokale keuken getest. Na nog een paar uurtjes wachten en rondlopen door het park, vertrok eindelijk de nachttrein naar Istanbul.